Implementeer standaard: richtlijn voor reanimatie uit 2015
Functies :
1.Simuleren van standaard open luchtwegen
2. Externe borstcompressie: weergaveapparaat en alarmapparaat
a. indicatielampje voor correcte en verkeerde compressie; alarm van verkeerde compressie;
b.Intensiteitsweergave van correcte (minstens 5 cm) en verkeerde (minder dan 5 cm) compressie; alarm van verkeerde compressie.
3. Kunstmatige ademhaling (inhalatie): weergaveapparaat en alarmapparaat
a.Inhalatie <500-600 ml of > 600 ml, verkeerde indicatielampjeweergave en alarmmeldingen; inhalatie tussen 500-600 ml rechter indicatielampje
weergave;
b.Indicatielampje geeft open luchtweg weer;
c. Als u te snel of te veel inademt, komt er lucht in de maag terecht; indicatielampje en alarmmelding.
4. Verhouding tussen compressie en kunstmatige ademhaling: 30:2 (één of twee personen).
5. Bedrijfscyclus: één cyclus omvat vijf keer een 30:2-verhouding van compressie en kunstmatige beademing.
6. Bedieningsfrequentie: minstens 100 keer per minuut
7. Bedieningsmethoden: oefenbediening
8. Onderzoek van de pupilrespons: mydriasis en myosis
9. Onderzoek van de halsslagaderrespons: knijp de drukbal met de hand en simuleer de halsslagaderpuls
10. Arbeidsomstandigheden: het ingangsvermogen is 110-240V
Vorig: Medisch onderwijsmodel reanimatietrainingspop voor half lichaam is medische EHBO-training Volgende: Reanimatieoefenpop voor het halve lichaam